Veel mensen met een spastische of prikkelbare darm merken dat het eten van bepaalde voedingsmiddelen hun klachten doet verergeren. Dat kunnen maaltijden zijn met veel vet, kruiden, maar ook voedingsmiddelen met korte-keten-koolhydraten, de zogenaamde FODMAP's (Fermenteerbare Oligosacchariden, Disachariden, Monosacchariden And Polyolen) Deze FODMAP's worden niet goed geabsorbeerd door de dunne darm. Wanneer ze uit het voedingspatroon worden gehaald kunnen klachten als opgeblazenheid verminderen. FODMAP's zijn onder andere melk en melkproducten, diverse fruit- en groentesoorten, diverse graansoorten zoals tarwe en rogge, en zoetstoffen.
Het FODMAP-dieet bestaat uit twee fasen: de eliminatiefase, waarin FODMAP's volledig uit het dieet worden verwijderd, en de herintroductiefase, waarin voedingsmiddelen één voor één worden toegevoegd en de symptomen worden gemonitord. Omdat het een lastig dieet is en volg je dit het beste onder begeleiding van een diëtist. In mijn praktijk zie ik ook regelmatig dat mensen na de darmgerichte hypnotherapie weer meer voedingsmiddelen kunnen verdragen. Darmgerichte hypnotherapie helpt op een directe manier de gevoeligheid van je darmen verminderen door in te grijpen op de hersendarm-as, waarover later meer.
Langdurig een FODMAP dieet volgen is geen goed idee. Sommige mensen merken in de loop van de tijd dat ze steeds minder producten kunnen verdragen en nog maar heel beperkt kunnen eten, met alle gevolgen van dien! (vermageren, bacteriële overgroei, toename klachten, hoofdpijn, moe)
In een vergelijkende studie waarbij één groep het FODMAP dieet volgde, één groep hypnotherapie kreeg, en één groep beide behandelingen tegelijk volgde bleken het FODMAP dieet en hypnotherapie even effectief. Het nadeel van het FODMAP dieet is dat je voedingsmiddelen weg moet laten, het is een complex en beperkend dieet. Het voordeel van hypnotherapie is dat het geen bijwerkingen heeft, je in principe bijna alles kan blijven eten, en deze effecten houden ook na de therapie aan in tegenstelling tot het FODMAP dieet. *
* Peters et al: Aliment Pharmacol Ther 2016; 44: 447–459
